Nordmann-bomen zijn spermatofyten en groeien dus uit zaden. Deze ontstaan wanneer de zaadknoppen uit vrouwelijke dennenappels in contact komen met mannelijke pollenkorrels.  Eenmaal ze in een geschikte bodem belanden, beginnen de zaden zich te ontwikkelen.

Uit het zaad schieten de eerste wortelhaartjes, evenals het kiemplantje. Dat plantje bestaat uit een paar mm dikke stam en enkele naalden – het is een teer en gevoelig plantje.  De wortels ontwikkelen zich razendsnel. Haarworteltjes veroveren de bodem en maken dat water en voedingstoffen goed opgenomen worden. De boom bouwt ook stilaan zijn centrale paalwortel op, die maakt dat hij stevig staat en die ook zorgt voor vochtopname uit de diepere bodemlagen. Zeer nuttig tijdens droge zomers. Vandaar ook dat tijdens droge jaren meestal enkel de jonge planten afzien – hun wortels kunnen nog niet aan het water dat nog ter beschikking is onder de droge bodemkorst.

In het begin groeit de boom enorm traag, amper 4 cm per jaar, op z’n best.  Deze boom staat zelf nog niet in onze akkers, maar in een plantenkwekerij. Pas als de baby drie jaar oud is, komt die over naar onze akkers.

De overgang naar onze akker is een lichte “schok” voor de plant.  Die moet zich weer wennen aan nieuwe omstandigheden. Meer wind, minder voeding… We bereiden de akker zo goed mogelijk voor om deze plantjes welkom te bieden. We zorgen voor een humusrijke bodem, goede hagen, veel nuttige insecten. In deze fase gaat de groei nog steeds langzaam, maar toch al wat sneller: we zeggen dat de groei van een jaar ongeveer overeenkomt met de groei van het vorige jaar, en één derde erbovenop. Elk jaar groeit de boom dus wat meer dan het jaar ervoor.  Een kleuterboom heeft nog niet zo veel knoppen in zijn topkrans en zet de eerste jaren dus maar drie of vier takken per jaar.  

De Nordmann-boom blijft elk jaar groeien zowel in de hoogte als in de breedte. Het begint wat sneller te gaan. Je zou kunnen zeggen dat dit het begin is van zijn groeispurt. Tijdens deze fase zie je ze in het midden van de maand juni dagelijks één tot twee centimeter in grootte en breedte toenemen. 

Bomen groeien sneller en sneller naarmate ze ouder worden. Dit geldt natuurlijk ook voor de Nordmann. Bomen die tien jaar op onze akker staan (en dus dertien jaar oud zijn), hebben een gemiddelde lengte van twee meter. De meerderheid van de bomen die we verkopen heeft ongeveer die leeftijd. Maar we laten er nog heel wat staan, niet alle bomen zijn immers tegelijkertijd twee meter of even mooi. Deze blijven met een versnellend tempo groeien.  We hebben ook een publiek voor grotere bomen, tussen 2,5 en 6 m. We hebben de ervaring, het geduld en het gereedschap om ook deze bomen optimaal te verzorgen en hen in alle pracht te laten ontplooien.

Indien ze gezond zijn, blijven kerstbomen, net als alle bomen, hun hele leven door groeien. In menselijke termen zou het zijn alsof we na onze pubertijd gewoon verder blijven groeien. Sommige van onze bomen worden gemakkelijk 5 à 6 meter hoog.  In de Kaukasus staan er Nordmannen van wel 30 meter hoog.  We blijven de bomen zorgvuldig verzorgen tot de hoogte van zowat 6 meter – dat kan met behulp van speciale ladders en uitrusting. Dit is zeer arbeidsintensief, maar geeft een prachtig resultaat.

Nog hoger laten we gewoon de natuur haar gang gaan, maar dan verliezen de bomen hun symmetrische looks. De twee-driemaandelijkse “kappersbeurt” is belangrijk voor de looks. Net zoals bij de mens!

​

De volwassen boom zet regelmatig (niet echt elk jaar, maar om de twee à drie jaar) dennenappels, of pollenkorrels.  In de dennenappels bevinden zich tussen de schubben zaden. Bij droog weer gaan de schubben open, zodat de zaadjes door de wind worden weggeblazen. En zo kan deze prachtige cyclus zich voortzetten.